Normen en richtlijnen
Het gemeenschappelijke doel van onze productmanagers en diensten is het
aanbieden van betrouwbare, duurzame en hoogwaardige producten die voldoen aan de voorschriften en/of normen van elke regio waar ze worden gebruikt.
Deze norm definieert de prestatie-eisen en testmethoden van beschermende kleding tegen koude bij temperaturen lager dan - 5°C (personen werkzaam in koelruimtes/extreme koude).
Er worden twee kledingtypes onderscheiden:
Kledingartikel: dat een gedeelte van het lichaam bedekt, bijv. parka’s, jacks, jassen.
Kledingensemble: dat het volledige lichaam bedekt (romp en benen) bijv. overall, parka & tuinbroek.
X (onderkleding B/C/R) : /cler van het kledingstuk
X : Luchtdoorlaatbaarheidsklasse, AP
X : Waterdoorlaatbaarheidsklasse WP (Optioneel)
NORDLAND | |
---|---|
|
EN342 |
0,358 m².K/W (B) 3 X |
Isolatie I cler M².K/W |
Gebruiker in beweging tijdens een activiteit | |||||||
Licht 115 W/m² |
Gemiddeld 170 W/m² |
|||||||
Luchtsnelheid | ||||||||
0.4 m/s | 3 m/s | 0.4 m/s | 3 m/s | |||||
8u | 1u | 8u | 1u | 8u | 1u | 8u | 1u | |
0.265 | 3 | -12 | 9 | -3 | -12 | -28 | -2 | -16 |
0.310 | -2 | -18 | 6 | -8 | -18 | -36 | -7 | -22 |
0.390 | -9 | -28 | 0 | -16 | -29 | -49 | -16 | -33 |
0.470 | -17 | -38 | -6 | -24 | -40 | -60 | -24 | -43 |
0.540 | -24 | -45 | -11 | -30 | -49 | -71 | -32 | -52 |
0.620 | -31 | -55 | -17 | -38 | -60 | -84 | -40 | -61 |
De norm EN ISO 374-5 gaat over de eisen en testmethodes voor veiligheidshandschoenen die bedoeld zijn de gebruiker te beschermen tegen micro-organismen (schimmels en bacteriën, virussen optioneel).
Doordringen van schimmels en bacteriën (getest volgens de norm EN374-2): test waarmee wordt nagegaan of er geen lucht en water door de handschoen komt.
Doordringen van virussen (getest volgens de methode B van ISO 16604): proces waarmee de weerstand wordt bepaald tegen het doordringen van pathogenen die door het bloed worden overgedragen.
– Testmethodes waarbij de bacteriofaag Phi-X174 wordt gebruikt.
Volgens het type zal de handschoen één van de onderstaande pictogrammen rijgen:
Toepassingsvoorbeelden:
Het gebruiksdomein is bepalend want naargelang het geval moet de handschoen eventueel meerdere eigenschappen combineren om te voldoen aan de nodige eisen voor bescherming. Het is dus heel belangrijk na te gaan wat de aanbevolen gebruiksdomeinen zijn en de resultaten te bekijken van de testen die in een laboratorium zijn uitgevoerd en die u in de gebruiksaanwijzing vindt. Het is echter aan te bevelen na te gaan of de handschoenen geschikt zijn voor het gebruik dat u ze gaat geven door ze eerst zelf te testen, want de omstandigheden op de werkplek kunnen anders zijn dan die tijdens onze test, naargelang de temperatuur en de mate van slijtage en degradatie.
De norm ISO 18889 legt de eisen vast voor veiligheidshandschoenen bij het werken met pesticides voor landbouwers en voor seizoensarbeiders.
De handschoenen klasse G1 voldoen bij een relatief laag risico. Ze zijn niet geschikt voor het werken met pesticides met een hoge concentratie noch bij mechanische risico’s. Dit type handschoenen zijn meestal wegwerphandschoenen.
Handschoenen klasse G2 kunnen gebruikt worden bij een aanzienlijk en hoger risico, dat zowel voor verdunde pesticideconcentraties als hoge concentraties. Deze handschoenen klasse G2 voldoen ook aan een minimale mechanische weerstand en kunnen dus ook bij werkzaamheden worden ingezet waar een minimale mechanische bescherming vereist is.
Handschoenen klasse GR beschermen enkel de palm van de hand en zijn geschikt voor werknemers die een risico lopen op contact met opgedroogde resten of deels opgedroogde resten van pesticides die nog op de oppervlaktes van de planten aanwezig zijn bij het oogsten of nabehandelen van de planten.
Norm EN ISO374-1 gaat over de eisen voor veiligheidshandschoenen die dienen om de gebruiker te beschermen tegen gevaarlijke chemische producten.
• Doordringbaarheid (getest volgens de norm EN374-2): Verspreiding, op niet-moleculair niveau, van een chemische stof en/ of een microorganisme via de poriën, naden, microgaatjes of andere imperfecties die voorkomen in het materiaal van de veiligheidshandschoenen.
• Degradatie (getest volgens norm EN374-4) : Bepaling van de fysieke bestendigheid van de materialen tegen degradatie na permanent contact met gevaarlijke, chemische producten.
• Doorlaatbaarheid (getest volgens de norm EN374-3 of EN16523): Proces via welk een chemisch product zich op moleculair niveau kan verspreiden door het materiaal van veiligheidshandschoenen heen via continu contact.
De EN ISO versie van norm EN374-1, introduceert beschermingstype 3 tegen doorlaatbaarheid van chemische producten:
- Type A: De handschoen wordt beschouwd als bestand tegen chemicaliën als zij een prestatieindex voor doorlaatbaarheid krijgen van tenminste 2 voor zes testchemicaliën uit de lijst met chemicaliën bepaald in de norm.
- Type B: De handschoen wordt beschouwd als bestand tegen chemicaliën als zij een prestatieindex voor doorlaatbaarheid krijgen van tenminste 2 voor drie testchemicaliën uit de lijst met chemicaliën bepaald in de norm.
- Type C: De handschoen wordt beschouwd als bestand tegen chemicaliën als zij een prestatieindex voor doorlaatbaarheid krijgen van tenminste 1 voor 1 testchemicaliën uit de lijst met chemicaliën bepaald in de norm.
Norm EN511 definieert de vereisten en testmethoden voor handschoenen die beschermen tegen koude die door convectie en geleiding wordt overgedragen tot -30°C (optioneel tot -50°C). Deze koude kan verband houden met weersomstandigheden of met een industriële activiteit.
Bij het selectieproces van een handschoen voor bescherming tegen kou moet rekening worden gehouden met meerdere parameters zoals de omgevingstemperatuur, de gezondheid van de persoon, de duur van de blootstelling, het activiteitenniveau etc.
De EN16350 norm legt bijkomende eisen vast voor veiligheidshandschoenen die gebruikt worden in omgevingen met een risico op ontvlambare stoffen of explosieven.
Overige elektrostatische eigenschappen kunnen worden gedefinieerd via de EN1149-1 (vastgestelde elektrostatische weerstand langs de oppervlakte van een materiaal) of de EN1149-3 (verzwakken van de spanning), maar die zijn niet voldoende om de handschoenen te evalueren op hun performantie om electrostatische spanning te verminderen.
Norm EN407 bepaalt de testmethoden, de algemene vereisten, de thermische prestatieniveaus en de markering van beschermingshandschoenen en hun manchet tegen hitte en/of vuur. De norm is van toepassing op alle handschoenen die handen moeten beschermen tegen hitte en/ of vlammen in de volgende vorm(en) : vuur, contactwarmte, convectiewarmte, stralingswarmte, kleine hoeveelheden spetters van gesmolten metaal of grote hoeveelheden spetters van smeltend metaal.
Indien het product weerstand biedt tegen ontvlambaarheid, zal bij het product het volgende pictogram vermeld worden
Als er geen weerstand is tegen ontvlambaarheid (0 of X), dan vermelden we het pictogram
Referentienorm die niet alleen kan worden gebruikt, maar uitsluitend samen met een andere norm die eisen bevat over de beschermingsprestaties.
• Onschadelijk zijn (pH, chroom-VI gehalte, enz.).
• Maatschema’s volgen (zie onderstaande tabel).
• Beoordelen van de tastzin, het ademend karakter en het comfortniveau.
• Voldoen aan voorschriften inzake markering, informatie, identificatie.
GENORMALISEERDE ETIKETTERING/IDENTIFICATIE
Elke beschermende handschoen moet duidelijk geïdentificeerd zijn door zijn genormaliseerd
etiket, waarop u de volgende informatie vindt :
• Het logo van ons merk.
• De productreferentie of de commerciële naam.
• De maat.
• Een aanduiding dat een gebruiksaanwijzing beschikbaar is bij het artikel.
• Het/de normalisatiepictogram(men) met bijbehorende prestatiecijfers.
• Het lotnummer
en/of
productiedatum.
• Als van toepassing, de vervaldatum.
Specificaties van veiligheidsvereisten in verband met schaal verhoudingen betreffende de doorlaatbaarheid van filters bestemd om werknemers te beschermen tegen lasrisico’s en aanverwante. Specificaties en relatieve vereisten aan lasfilters met dubbele schaalnummering.
Deze norm is van toepassing op alle typen persoonlijke oogbeschermingsmiddelen tegen gevaren die het oog zouden kunnen beschadigen, met uitzondering van nucleaire straling, röntgenstraling, laserstraling en infrarode straling van lage temperatuur bronnen. Niet van toepassing op oogbeschermers waarvoor aparte normen bestaan (antilaser oogbeschermer, algemeen gebruikte zonnebrillen, enz.)
Norm EN388 is van toepassing op alle types beschermingshandschoenen voor wat betreft fysische en mechanische gevaarsinvloeden door schuren, snijden, perforatie en afscheuren. Sinds de 2016-versie van de norm zijn nieuwe, optionele prestaties toegevoegd.
PRESTATIENIVEAUS VEREISTEN
1 t/m 4 : WEERSTAND TEGEN AFSCHURING Aantal cycli nodig om het proefstuk te doorslijten met een gelijkblijvende snelheid
1 t/m 5 : WEERSTAND TEGEN DOORSNIJDING DOOR MESBLADEN Aantal cycli nodig om het proefstuk te doorsnijden met een circulair zaagblad en op gelijkblijvende snelheid.
1 t/m 4 : WEERSTAND TEGEN SCHEUREN Minimale kracht die nodig is om het proefstuk te scheuren.
1 t/m 4 : WEERSTAND TEGEN PERFORATIE Kracht die nodig is om het proefstuk te doorboren met een genormaliseerde stans.
A t/m F : WEERSTAND TEGEN SNIJDEN MET ZAAGBLAD (TDM-test) Kracht nodig voor een recht zaagblad om het proefstuk door te snijden op een snijvlak van 20 mm.
ø of P : WEERSTAND TEGEN EEN SCHOK OP HET MIDDENHANDSBEEN Minimale beperking van de schok op de hand.
Weerstand tegen de schok op het middenhandsbeen: indien deze prestatie vermeld is, wordt de markering
“P” gebruikt.
Zaagblad, 2 testmethoden:
EN388 6.2. :
Voor lage en gemiddelde snijrisico’s. Een circulair zaagblad waarop een constante druk van 5N
wordt uitgevoerd, gaat van voren naar achter totdat het proefstuk doorgesneden is. Men meet
het aantal uitgevoerde cycli en wijst het overeenkomstige niveau toe.
EN ISO 13997 :
Voor materialen die het zaagblad bot maken tijdens de EN388 6.2 -test en/of gedeeltelijk bestand
zijn, voor hoge snijrisico’s. Een recht zaagblad met een snijvlak van 20 mm waarop één beweging
wordt uitgevoerd met een kracht van 2N. De test wordt opnieuw uitgevoerd met een andere
kracht en net zoveel keren als nodig is om het proefstuk door te snijden. Een niveau wordt
toegewezen dat overeenkomstig is met de nodige kracht om het proefstuk door te snijden. Deze
methode vertegenwoordigt meer gebruikssituaties waarbij een hoog snijrisico is.
ANSI ISEA (US American National Standards Institute) 105
Classificatie en specificaties voor bescherming van de hand. Deel 5.1.1. Bestendigheid tegen snijden.
Benodigde gewicht voor een recht zaagblad het proefstuk door te snijden in één snijbeweging.
De norm EN ISO 10819 legt de eisen vast van de performanties van de veiligheidshandschoenen om trillingen te reduceren. Hierbij gelden zowel eisen qua dikte als qua uniformiteit van het materiaal dat de trillingen moet opvangen. Dit type handschoenen reduceert gezondheidsrisico’s door trillingen doorgegeven via de handen, maar elimineert deze niet. De factor waarmee de trillingen worden doorgegeven binnen een bandbreedte van 25 tot 200Hz moet 0.90 zijn of lager. Bij metingen binnen een bandbreedte van 200 tot 1250Hz moet de factor 0.60 zijn of lager.
Specificaties van de vereisten voor automatische lasfilters, dat wil zeggen lasschermen met een automatische variatie van de overdrachtsfactor. Deze schermen dienen de lassers te beschermen bij het lassen en bij het uitvoeren van aanverwante technieken.
Specificaties van veiligheidsvereisten in verband met schaalverhoudingen betreffende de doorlaatbaarheid van filters bij risico’s van ultravioletstraling.
Specificaties van veiligheidsvereisten in verband met schaalverhoudingen betreffende de doorlaatbaarheid van filters bij risico’s van blootstelling aan direct zonlicht, industrieel gebruik.
Vereisten en testmethoden voor handschoenen die gebruikt worden voor handlassen en snijbranden van metalen en verwante technieken. Lashandschoenen worden in twee typen ingedeeld : B wanneer een grote vingergevoeligheid (bijvoorbeeld bij TIG-lassen) is vereist en A voor andere lastechnieken.
Specificaties van materialen, ontwerp, performance en testmethodes voor oog- en gelaatsbescherming van het type “raster”, industrieel gebruik.
Deze norm legt de eisen vast voor de veiligheidshandschoenen gebruikt in omgevingen met risico op ioniserende straling of omgevingen met radioactieve stoffen.
Een handschoen die beschermt tegen radioactieve vervuiling moet vloeistofdicht zijn volgens de norm EN374-2.
Een handschoen die beschermt tegen ioniserende straling moet, naast het vloeistofdicht zijn volgens EN374-2, ook nog een bepaalde hoeveelheid zware metalen bevatten zoals lood.
Specificaties van veiligheidsvereisten voor beschermingsuitrustingen voor ogen en gezicht bij het lassen en aanverwante technieken (monturen/filterhouders).